Het deeg voor deze abrikozen rondo’s is heerlijk eenvoudig te maken. Je doet suiker, boter, bloem, bakpoeder en zout bij elkaar in een kom en kneedt het tot een mooi deeg. Verpak het in folie en laat even een uurtje rusten in de koelkast.

Rol het deeg dan uit op een met bloem bestoven werkblad. Steek met een ronde uitsteker een lapje deeg uit Waarmee je je bakringen (ongeveer 8 cm doorsnede) bekleed. Zorg dat je uitsteker groter is dan je bakring. Zet de ringen dan op een met bakpapier beklede bakplaat. Geen bakringen? Je zou de rondo’s ook in een muffinvorm kunnen maken of andere kleine bakvormpjes.

Je hoeft niet door te gaan met deeg uitsteken tot het deeg op is, je hebt namelijk ook nog deeg nodig voor de kruimellaag van de rondo’s. Met mijn bakringen kon ik 6 rondo’s maken.

Kneed het halve eitje door de amandelspijs heen. Verdeel dit mengsel gelijkmatig over de bodem van de rondo’s. Daar bovenop gaat een eetlepel abrikozenjam, spreid ook dit gelijkmatig uit.

Met het overgebleven deeg maak je de kruimeltopping. Gewoon kleine stukjes deeg die je over de rondo’s verdeeld. Zorg dat je ook nog wat van de jam blijft zien, de kruimels rijzen ook nog in de oven en het is wel zo leuk als je de vulling een beetje blijft zien.