De zweedse kaneelbroodjes zijn misschien het bekendst, maar vergeet de kardemummabullar ook niet. Dit zijn heerlijke kardemombroodjes.
Porties: 12stuks
Ingrediënten
Deeg
420grambloem
7graminstant gist(droge gist)
1tlkardemom
0,5tlzout
50gramsuiker
75gramzachte ongezouten roomboter
250mlmelklauwwarm
Vulling
75gramzachte ongezouten roomboter
50gramlichtbruine basterdsuiker
0,5elkardemom
Topping
3-4elamandelstukjes of parelsuiker
30mlwater
30gramlichtbruine basterdsuiker
¼tlkardemom
Instructies
Doe alle ingrediënten voor het deeg in een kom en mix in 5-7 minuten tot een mooi soepel deeg.
Plaats het deeg in een kom die je afdekt met een deksel, keukenfolie of schone theedoek. Laat het deeg 1 uur rijzen tot het in volume verdubbeld is.
Rol het deeg uit tot een lap van ongeveer 30 x 40 cm. Roer de ingrediënten voor de vulling door elkaar en smeer het deeg er mee in.
Vouw het deeg in drieën door de twee buitenkanten (korte zijde) naar binnen te slaan.
Snijd het stuk deeg in 12 stroken. Elke strook halveer je, maar laat het dichte uiteinde heel. Houd ongeveer 1 cm intact.
Rol de twee stukjes deeg die zijn ontstaan om elkaar heen, maak de sliert 25-30 cm lang.
Van de sliert maak je een spiraal. Stop het uiteinde van het deeg weg onder het broodje. Leg de broodjes op een met bakpapier beklede bakplaat met voldoende tussenruimte.
Dek de plaat met broodjes af en laat 45 minuten rusten. Strooi er na het rusten wat amandelstukjes of parelsuiker overheen.
Bak de kaneelbroodjes in ongeveer 12 minuten op 220 °C gaar en goudbruin (boven- en onderwarmte).
Terwijl ze in de oven staan maak je een siroop van water, suiker en kardemom. Verhit deze ingrediënten in een pannetje tot de suiker volledig is opgelost.
Wanneer de broodjes uit de oven komen, smeer je ze gelijk in met de suikersiroop zodat ze een mooi glanslaagje krijgen.
Bewaren
Buiten de koelkast ongeveer 5 dagen houdbaar. In de vriezer tot wel 3 maanden.